closefacebook nextprevtwitter video

Het schimmige imperium van Alain Goetz

‘Goud is een smerige business, al zeg ik het zelf’

Hij is een van de rijkste Belgen, maar in ons land nauwelijks bekend. De Antwerpse goudhandelaar Alain Goetz bouwde zijn imperium in het buitenland uit, onder andere in Oeganda, maar zijn succes roept grote vragen op. De Standaard trok naar goudmijnen waar kinderen werken en zag documenten die Goetz linken aan conflictgoud uit Congo.

Een warme middag in november 2012. In het Hyatt Regency Hotel in Dubai heeft de Belgische goudhandelaar Alain Goetz een lunch­afspraak met de invloedrijke Oegandese ­zakenman Barnabas Taremwa. De twee bespreken de oprichting van de eerste grote goudraffinaderij in Oeganda. ‘Goetz geloofde op dat moment nog niet dat het mogelijk was’, zegt Taremwa aan de telefoon. ‘Maar hij kwam ontspannen over en somde zijn voorwaarden op om toch te investeren in zo’n project.’

De Antwerpenaar vraagt een vrijstelling van belastingen in Oeganda voor een periode van minstens tien jaar, een monopoliepositie voor vijf jaar en een stuk grond dicht bij de luchthaven in Entebbe. Taremwa, een schoonbroer van generaal Salim Saleh, die op zijn beurt de broer is van president Yoweri Museveni, gelooft dat Goetz’ voorwaarden haalbaar zijn. ‘It can be done’, zegt hij.

Met zijn African Gold Refinery exporteerde Alain Goetz in drieënhalf jaar tijd 31,2 ton goud. Hij bezit onder meer een villa in Dubai. belga, rr

Daarna gaat het snel. Ze vinden een stuk land, op een steenworp van de luchthaven in Entebbe, vlak bij de ambtswoning van de president en recht tegenover de grootste ­basis van de Verenigde Naties in Afrika. Goetz krijgt zijn belastingvrijstelling en in 2014 begint de bouw van de ‘African Gold Refinery’ (AGR). In een brief aan Museveni van 17 maart 2014, die De Standaard kon lezen, schrijft Goetz dat de ‘state-of-the-art-raffinaderij’ binnen acht maanden operationeel kan zijn. ‘Oeganda zal trots zijn op deze regionale hub voor goud’, klinkt het.

‘Goetz waant zich onaantastbaar. En niet zonder reden. Hij heeft duidelijk de bescherming van president Museveni zelf’

Met de komst van de Belg neemt de Oegandese goudexport in vier jaar tijd met 105.000 procent toe, van 11 kilogram naar 11,6 ton. Uit cijfers van de Oegandese belastingdienst die De Standaard kon inkijken, blijkt dat Goetz in drieënhalf jaar tijd maar liefst 31,2 ton goud exporteerde ter waarde van 1,15 miljard euro. AGR verwacht dat de productie dit jaar nog zal toenemen met 30 procent.

De spectaculaire groei van de African Gold Refinery baart ook zorgen. Waar komt al dat goud plots vandaan? Hoe wordt het ontgonnen? Wat met de gunstige belastingregimes? In februari trok De Standaard twee weken dwars door Oeganda om Goetz en AGR te onderzoeken. We bezochten illegale goudmijnen waar kinderen werken en waarvan de eigenaars zeggen dat ze AGR bevoorraden. E-mails, brieven en gerechts­documenten die we konden inkijken, linken de raffinaderij aan conflictgoud uit Congo. We spraken met smokkelaars en hoge ambtenaren in ministeries. Oegandese inspectiediensten deelden ons mee dat AGR onderzocht wordt voor ‘het witwassen van geld’, ‘vermoedelijke belastingontduiking’ en ‘andere aanverwante misdaden’. Het onderzoek van De Standaard haalt een relatief onbekende Belgische zakenman uit de schaduw, een man die al sinds de jaren 90 nauwe banden onderhoudt met staatshoofden in Congo, Rwanda en Oeganda, en steenrijk werd met de handel in goud. Het federaal parket in België bevestigt aan De Standaard dat het op aanwijzen van het ministerie van Buitenlandse Zaken een onderzoek heeft geopend naar de activiteiten van Alain Goetz in Oeganda. In een reactie zeggen Goetz en AGR dat ze geen wetten overtreden. Ze zijn het ook niet eens met onze vaststellingen (zie kader).

Goud kopen?

De markt van Mpondwe, aan de Oegandese grens met Congo. ‘Hoeveel wil je hebben?’, vraagt de man achter de kassa. We staan in een winkeltje tegenover het politiestation. De verkoper hangt al aan de telefoon. ‘10 gram? 100? Een kilo?’ Hij grijnst. ­‘Binnen een kwartier kan het hier zijn, recht uit Congo, verser kan je goud niet krijgen.’ Op straat klinkt het orkest van gezoem en getier dat je vaak aan grenzen hoort. Iedereen wil je iets aansmeren. De straten en pleinen staan vol kakelend pluimvee, bakken rijpe mango’s en flessen palmolie. Honderden Congolezen schuifelen langzaam de grens over door een ebolascreeningstent. In de omgekeerde richting rolt een karavaan vrachtwagens vol Chinese huishoudapparatuur naar de markten van Centraal-Afrika. Jongeren op brommers ontsnappen zonder controle langs de zoevende wapenstokken van soldaten. De grens met Congo staat open. Niemand weet precies wat er allemaal passeert. Niemand lijkt een plan te hebben om er wat aan te doen.

Zonder bescherming delven mijnwerkers goud in water vol kwik. Ieder jaar vallen er doden.

Meer dan 90 procent van het Congolese goud wordt naar buurlanden gesmokkeld. ‘Het gros eindigt in Oeganda’, zegt ‘Kizza’, een 54-jarige goudsmokkelaar uit Kasese, in het westen van Oeganda. Op voorwaarde van anonimiteit – Kizza is een schuilnaam – wil hij zijn verhaal doen. Al ruim vijftien jaar controleert hij een klein netwerk tussen de Congolese stad Butembo en de Oegandese hoofdstad Kampala. Iedere week passeren zijn chauffeurs de grens aan de drukke markt van Mpondwe. ‘We zien dit niet als iets illegaals’, zegt Kizza serieus. ‘De goudhandel is altijd zo gegaan.’

Geen enkele handelaar betaalt de Congolese exporttaksen van 5 procent. Kizza en zijn collega’s leveren Congolees goud aan tussenpersonen in Kampala, die het Afrika uit smokkelen via vliegtuigen, naar Dubai. ­Jarenlang ging het alleen zo, maar de komst van de African Gold Refinery bracht minstens een deel van de handel bovengronds. ‘Goetz slokt een deel van de markt op’, weet Kizza. AGR heeft van de Oegandese regering een mineral dealers license gekregen en kan het goud legaal exporteren – de raffinaderij klopt zich op de borst dat het de smokkel zo ‘met 70 procent heeft doen afnemen’. Maar acht verschillende bronnen met kennis van zaken vertellen aan De Standaard dat de ­import naar Oeganda nog steeds grotendeels illegaal verloopt. De autoriteiten hebben ­bovendien geen betrouwbare importcijfers.

Filmscript van Clooney

Een tweedaagse Oeso-conferentie in Parijs, mei 2017. Goetz zegt tegen kennissen dat hij verbaasd is dat hij zo weinig bond­genoten aantreft. De Antwerpenaar zit in een panel over verantwoordelijke mijnbouw van goud in de regio Grote Meren, maar verschillende aanwezigen kunnen hun ogen niet geloven dat hij daar is. De wenkbrauwen schieten helemaal de hoogte in wanneer Goetz, vanop het podium, toegeeft dat zijn bedrijf in Oeganda ook werkt met ‘niet-gedocumenteerd goud van kleinschalige handelaars’.

‘Alain is niet naar Afrika gekomen om de wereld te redden. Hij creëert jobs, maar op veel scrupules heb ik hem nog niet kunnen betrappen’

‘We schrokken ons te pletter toen we het hoorden’, zegt George Boden, een onderzoeker van Global Witness. ‘Met zoiets kan je in 2017 niet meer wegkomen.’ Onderzoekers zagen de uitspraak van Goetz als een eufemisme voor gesmokkeld goud uit oorlogs­gebied. De internationale anticorruptie-ngo’s Global Witness en The Sentry schoten in actie en schreven lijvige onderzoeksrapporten. Daarin brengen ze AGR in verband met goudsmokkel, corruptie en conflictgoud. Ook de onafhankelijke Expertengroep van de VN-Veiligheidsraad is streng. In een ­rapport uit 2018 citeert de groep twee onafhankelijke bronnen, verbonden aan AGR, die zeggen dat de raffinaderij ‘weigert om de namen van leveranciers bekend te ­maken, omdat ze weten dat hun activiteiten niet altijd legaal zijn’.

AGR ontkent de aantijgingen in de ­rapporten van de ngo’s. ‘Toen ik begon met lezen, dacht ik: dit moet George Clooneys recentste filmscenario zijn. Het is fictie’, reageerde Goetz in een persbericht – Clooney is een belangrijke financier van The Sentry. De Antwerpenaar doet de kritiek af als verzinsels in opdracht van criminele netwerken die hem weg willen uit Oeganda. Hij verwijst onder andere naar Bullion Refinery Ltd., dat niet bereikbaar bleek voor vragen van De Standaard. In de cijfers van de ­Oegandese belastingdienst is te zien hoe die nieuwe raffinaderij vorig jaar in september plots opdook en vergelijkbare hoeveelheden goud naar Dubai begon te exporteren.

Twee onafhankelijke bronnen bevestigen aan De Standaard dat de Brits-Indische Sameer Bhimji de man is achter Bullion. De VN Expertengroep noemt de familie Bhimji in diverse rapporten. Nadat de handel van goudsmokkelaars in 2006 werd gesanctioneerd, gingen de Bhimji’s en andere Indische families volgens de VN ondergronds verder. ‘Dat zijn de echte criminelen’, aldus Goetz. ‘Ik ben een zakenman met de Belgische nationaliteit, leef niet ondergedoken en heb kinderen. Onze raffinaderij mag gezien worden. Wij werken samen met de VN om de goudhandel properder en transparanter te maken.’

Kristof Vadino

Door ons gevraagd naar de oorsprong van het goud klinkt het bij AGR dat ze de identiteit van de leveranciers niet kunnen toelichten ‘om privacyredenen’. In dezelfde reactie zegt AGR dat ‘er geen goud uit Congo komt’. Vreemd, want in een recent antwoord aan The Sentry, op 4 oktober 2018, zei AGR precies het omgekeerde: ‘De herkomst van het goud is vooral regionale Afrikaanse bevoorrading, waaronder: Tanzania, Kenia, Oeganda, Rwanda en de Democratische Republiek Congo’. In zijn brief met voorwaarden aan president Yoweri Museveni van 17 maart 2014 vroeg Goetz om ook ‘goudhandelaars zonder officiële documenten’ toestemming te geven om hun goud aan zijn raffinaderij te verkopen, mits ze een boete betalen. ‘Bijvoorbeeld van 500 dollar.’

Kankerstempel

Vier mensen die Alain Goetz hebben ontmoet, omschrijven hem onafhankelijk van elkaar als een te duchten zakenman. ‘Hij is een avonturier’, vertelt een kennis lachend tijdens een gesprek aan een luxueus zwembad van een hotel in Entebbe. Om de relatie met Goetz niet te schaden, blijft de kennis liever anoniem. ‘Alain is niet naar Afrika gekomen om de wereld te redden. Hij bouwt mooie ondernemingen uit, die goed zijn voor de economie en jobs creëren. Maar op veel scrupules heb ik hem nog niet kunnen betrappen.’ Vandaag staat de Antwerpenaar met zijn familie aan het hoofd van een netwerk van minstens vijftien bedrijven met vestigingen in België, Luxemburg, de Verenigde Arabische Emiraten en Oeganda. Zijn persoonlijke fortuin wordt door de website Rijkste Belgen geschat op 40 miljoen euro, maar vermoed wordt dat het in werkelijkheid een veelvoud daarvan is.

Sedert enkele jaren bezit hij een villa op het topje van de opgespoten palmeilanden. In Het Laatste Nieuws getuigde de Nederlandse makelaar Jeroen van der Geer dat hij de Vlaamse goudhandelaar hielp om de ‘M State’ te kopen. De villa ligt op het duurste stuk grond dat ooit in Dubai werd verkocht. Op Youtube staat een video waarin het pand wordt geëtaleerd. Het is een modern paleis van drie verdiepingen met glazen balkons en een zwembad dat lijkt over te lopen in de zee.

AGR weigert de namen van leveranciers vrij te geven en zegt dat ‘er geen goud uit Congo komt’. Vreemd, want in oktober 2018 zei de raffinaderij precies het omgekeerde

Op 12 maart sprak De Standaard tele­fonisch met Goetz tijdens zijn vakantie op de Malediven. Met een sappig Antwerps ­accent vertelt de goudmagnaat honderduit over zijn leven en werk in Afrika. ‘We zijn daar controversieel in: conflictgoud bestaat niet’, zegt hij. ‘Als een goudzoeker ergens in een conflictgebied in Congo wordt afgeperst door mensen die met wapens rondlopen, dan zit die mens in de meest kwetsbare ­situatie ter wereld. In de plaats van zijn product slecht te noemen en daar een soort “kankerstempel” van conflictgoud op te zetten, zouden de VN hem beter aanmoedigen, bijvoorbeeld door dat goud een betere prijs te geven.’ Goetz zegt dat alle raffinaderijen in de wereld met ‘zogenaamd conflictgoud’ te maken hebben. ‘AGR is niet meer blootgesteld dan raffinaderijen in Zwitserland of Zuid-Afrika.’

In 2016 noemde de VN-Expertengroep goud de belangrijkste financieringsbron van wapens in de conflicten in Oost-Congo, waarmee naar schatting 5,4 miljoen mensen zijn gedood. Er zijn 170 gewapende groepen in het oosten van Congo, die 64 procent van alle mijnen contro­leren. Bedrijven die bewust met de milities handelen, kunnen door de VN-Veiligheidsraad worden gesanctioneerd.

Mieren in de kwikmijn

Een illegale goudmijn in het stadje Busia aan de Oegandees-Keniaanse grens. Vier jongens – duidelijk jonger dan achttien – staan tot hun knieën in een trog bruin ­water. Het water zit vol kwik, de tieners wrijven met hun natte handen in hun ogen en over hun gezicht. Dat het vloeibare metaal erg giftig is en vooral bij jonge mensen onherstelbare hersenschade kan aanrichten, weten ze hier nauwelijks. Twintig meter verderop gaapt een enorme kuil in de aarde. Een artisanale goudmijn zonder vergunning. Tientallen jongens, sommige minderjarig, lopen als werkmieren op en af met zware zakken en kruiwagens vol erts en stenen. ­Alles wordt met een geweldig gedreun tot poeder gestampt in een molen en door de jongens door teiltjes vol kwik gezeefd.

Experts schatten dat AGR sinds 2015 55 tot 110 miljoen euro winst heeft gemaakt. Zelf geeft het aan voor die periode 560.000 euro aan belastingen te hebben betaald

Goudhandelaar Emmanuel Kibirige leidt ons twee dagen rond. Hij heeft brede armen en kent iedereen in de sector. Hij toont ons mijnen in Mubende en Busia. Onderweg lobbyt hij voor de legalisatie en regulering van artisanale mijnen. Kibirige hoopt dat mijnen in Oegandese handen blijven en een alternatief vormen voor multi­nationals die de regio uitknijpen. Geen van de delfputten die we bezoeken, heeft de benodigde vergunningen. Ze worden gedoogd door de mijnpolitie in ruil voor steekpenningen. In Busia gaat de hele dag een politieagent mee. Op het einde vraagt hij geld. We rijden met jeeps en busjes naar diepe schachten. Het zijn plekken uit Hollywoodfilms. De wegen ernaartoe zijn geflankeerd door huizenhoge molshopen. Mannen met opgerolde broekspijpen en blote voeten kijken op tijdens het scheppen. ‘Je hebt hier hoerenkoten en cafés, alles wat een mijnwerker nodig heeft’, zegt Kibirige met een schalks lachje.

‘Natuurlijk komt veel van het goud uit de artisanale mijnen terecht in de African Gold Refinery’, zegt Kibirige in de auto. ‘Die Belg, die meneer Goetz van jullie, exporteert iedere week miljoenen euro’s aan goud naar Dubai. Het meeste komt uit Congo, Tanzania en andere landen, maar hij slorpt ook een deel van de nationale markt op.’ Sinds 2010 kent Oeganda inderdaad zijn ­eigen goldrush. De nationale productie verviervoudigde naar meer dan 3 ton. In een rapport van een lokale mijnwerkers-ngo, dat in mei verschijnt, is zelfs sprake van 7 ton. In de regio’s Karamoja, Mubende en Busia dreef goudkoorts tienduizenden kinderen, mannen en vrouwen de grond in op zoek naar de jackpot. De Nederlandse Stichting Onderzoek Multinationale Ondernemingen (SOMO) berekende dat er zo’n 12.500 kinderen werken in de artisanale goudmijnen van Oeganda, goed voor 25 procent van alle artisanale mijnwerkers.

We zien honderden jonge Afrikanen met gespierde ontblote armen. Ze gaan de aarde te lijf op zoek naar their piece of the jackpot. Het woord wordt met een mengeling van ontzag en opwinding uitgesproken. Jackpot. Morgen ben je misschien rijk. In één klap verlost van de ketenen van mondiale ongelijkheid. Honderden vrouwen scharrelen in de afvalhopen van multinationale mijnbedrijven, op zoek naar een vergeten stuk erts. Patrick (achternaam onbekend), een twintigjarige jongen met fijne trekken, balanceert een teil stenen op zijn hoofd, de mijnput uit. Nu verdient hij 10.000 Oegandese shilling per dag (minder dan 2,5 euro). ‘Als ik genoeg heb, wil ik taxichauffeur worden.’ Hij droomt bescheiden, maar ­beneden in de put wordt goud letterlijk uit het water gevist. ‘Deze erts is zo rijk, so so rich!’, kraait Kibirige. Op de bodem van het emmertje in zijn handen ligt een schitterende laag stofgoud. ‘I love it’, zegt hij opgewonden.

Kristof Vadino

Ook Alain Goetz bezocht naar eigen zeggen goudmijnen in de regio. Eerder dan de rol ervan in conflicten maakt hij zich zorgen om de hoge tol op mens en natuur. ‘Heb je wel eens een artisanale mijn gezien? Goud is een smerige business, al zeg ik het zelf.’ Gevraagd naar zijn verantwoordelijkheid voor de kinderarbeid en grootschalige milieuschade reageert hij geprikkeld. ‘Dat is de verantwoordelijkheid van de lokale regering. Ik kan dat niet veranderen, dat moeten de lokale overheden oplossen. Wij zijn vragende partij om de omstandigheden te verbeteren.’

Verdachte transacties

Maandagochtend, terug in Kampala. De Oegandese hoofdstad is bezaaid met kleine kantoortjes van Indiërs die goud aankopen. Met zijn anarchistische drukte, notoir corrupte instellingen en veilige afstand van regionale conflicten is de stad de ideale draaischijf voor gesmokkeld goud. Expats, rijke kinderen van ministers en gesanctioneerde smokkelaars gaan op zaterdagen naar dezelfde clubs aan de Acacia Avenue. ‘In Kampala gaat geen week voorbij of er wordt weer een naïeve Europeaan opgelicht die hoopte om goedkoop conflictgoud te kopen in Afrika’, vertelt Sydney Asubo, de directeur van de anticorruptiewaakhond Financial Intelligence Authority (FIA). We zitten in zijn kantoor op de vierde verdieping van de Rwenzori Towers aan Lumumba Avenue. Aan de muur hangen ingelijste biljetten van 5 miljard Zimbabwaanse dollar. Die moeten hem bij de les houden. ‘Elke dag herinneren ze me aan wat overheidscorruptie kan aanrichten’, zegt Asubo. Van achter zijn bureau bestudeert de breed­geschouderde veertiger honderden verdachte banktransacties. In 2017 werd zijn aandacht getrokken door de African Gold Refinery.

Een uur lang vertelt Asubo over zijn frustraties over AGR. ‘Maandenlang hebben ze niet geantwoord op onze dringende verzoeken. De raffinaderij was in korte tijd een van de grootste exporteurs van het land geworden, maar had zich niet geregistreerd bij ons. Voor handelaars in kostbare metalen is dat nochtans verplicht.’ AGR reageerde uiteindelijk dat het ‘geen handelaar is’ en louter ‘een dienst levert’ aan klanten die eigen goud willen laten raffineren. ‘Onzin’, reageert Asubo. ‘AGR exporteert ruwweg 10 ton goud per jaar, wat is dat anders dan handelen?’ De raffinaderij antwoordde pas toen de FIA een bankrekening liet bevriezen na een verdachte transactie van 5 miljoen dollar uit Dubai. ‘Een Italiaan met drie valse paspoorten ­wilde het geld gebruiken om te betalen voor een lading goud uit Zimbabwe bedoeld voor AGR. Dat was smokkel’, zegt Asubo.

‘Kinderarbeid? Dat is de verantwoordelijkheid van de regering. Ik kan dat niet veranderen’

Asubo vertelt aan De Standaard dat AGR wordt onderzocht door het Inspectorate of Government (IGG), het belangrijkste anticorruptieorgaan van Oeganda, voor ‘het witwassen van geld’, ‘vermoedelijke belastingontduiking’ en ‘andere gerelateerde misdrijven’. In een brief van oktober 2017 aan het IGG dringt Asubo erop aan om AGR ook snel te vervolgen voor het niet-naleven van de registratieprocedure.

Anderhalf jaar na de eerste brief van Asubo is AGR nog steeds niet geregistreerd bij de FIA. ‘Het niet-naleven van onze procedures is een misdrijf en kan meteen vervolgd worden, maar het IGG zegt dat het eerst zijn grote onderzoek naar AGR wil afronden.’ Bronnen in de Oegandese overheid verwijzen naar de speech van president ­Yoweri Museveni tijdens de ceremoniële opening van AGR in 2017. Museveni zei toen dat overheidsinstanties die de raffinaderij tegenwerken ‘hard aangepakt’ zouden worden. ‘Goetz waant zich onaantastbaar. En niet zonder reden. Hij heeft duidelijk de bescherming van president Museveni zelf’, zegt onderzoeksjournalist Haggai Matsiko van de Oegandese krant The Independent. ‘Goetz heeft veel geld gestoken in zijn project (AGR zegt ondertussen al 40 miljoen dollar te hebben geïnvesteerd, red.). De president lijkt ervan overtuigd dat de raffinaderij economische meerwaarde creëert door van Entebbe en Kampala een goudhub te maken.’

Hoeveel winst de voorbije jaren precies gemaakt werd, wil AGR niet vertellen. Experts uit de sector schatten 55 tot 110 miljoen euro sinds 2015. AGR geeft zelf aan voor die periode het equivalent van 560.000 euro aan belastingen te hebben betaald – dat gaat voornamelijk over lasten op de lonen van een 70-tal werknemers. ‘Het verhaal van Goetz is deel van een groter probleem’, reageert George Boden van de anticorruptie-ngo Global Witness. Hij onderzocht de African Gold Refinery in 2017. ‘Een kleine groep binnen- en buitenlandse zakenmensen met goede contacten met de president, wordt schatrijk en betaalt daarop bijna geen belastingen. Honderden miljoenen dollars aan bodemschatten verlaten het land, zonder dat de bevolking wezenlijk kan delen in de rijkdom.’

Bij Kabila in de jungle

Het lijkt Goetz niet te deren. ‘We hebben wat problemen gehad met die, hoe heet het, Financial Intelligence Authority, maar dat is ondertussen allemaal opgelost (Asubo spreekt dit tegen, red.)’. Aan de telefoon vertelt de Belg dat hij zich volop aan het terugtrekken is uit Oeganda. Hij zegt al zijn aandelen in AGR al verkocht te hebben aan ‘een familie uit het Midden-Oosten’. Tot het einde van het jaar zegt hij betrokken te blijven ‘als consultant’. Zijn bedrijf in Dubai behoudt ‘nog een tijdje’ een exclusiviteitscontract voor het goud. Onze vragen aan AGR werden echter nog steeds beantwoord door de juridische dienst van Goetz Gold in Dubai.

De Standaard vernam bovendien dat Goetz ondertussen samen met de Rwandese regering werkt aan een nieuwe raffinaderij daar. De Antwerpenaar reageert dat zijn rol in Rwanda niet verder gaat dan die van consultant, maar het gezaghebbende Africa Confidential onthulde dat Goetz sinds midden 2017 een vergunning heeft om grote hoeveelheden goud te kopen. Sinds 2014 steeg ook de goudexport in Rwanda met bijna 3.000 procent, van 7 naar 214 miljoen dollar in 2017. Dubai werd Rwanda’s belangrijkste handelspartner en de Rwandese minister van Financiën belooft dat de goudexport tegen 2024 1,4 miljard per jaar kan bedragen. Maar net als in het geval van Oeganda komt het goud van elders. Rwanda produceert nauwelijks eigen goud (30 kilogram in 2016), Africa Confidential citeert twee bronnen die zeggen dat het goud uit Zuid-Kivu komt, in het oosten van Congo.

Aan de telefoon klaagt de 54-jarige Goetz dat de goudhandel niet meer is wat hij ooit geweest is. ‘Dat journalisten zoals jij me nu bellen… vroeger was het leuker.’ Met vroeger verwijst Goetz naar de tumultueuze jaren 90 aan de Grote Meren. Hij kwam in 1987 met zijn vader Tony in de regio wonen. Veertien jaar lang knokte hij zich een weg naar de top van de internationale goudindustrie, eerst in Burundi en daarna in Goma, in het oosten van Congo. Goetz vertelde aan Le Monde dat hij zich op het einde van de jaren 80 nog als een groentje liet oplichten, maar uit zijn fouten leerde. Hij toonde ambitie en bouwde een bloeiende onderneming uit in een van de ingewikkeldste politieke milieus ter wereld.

‘Naar het schijnt was ik de eerste blanke die Laurent Kabila is gaan bezoeken in de jungle’, verklapt Goetz aan de telefoon. Kabila zou akkoord gegaan zijn om Goetz en zijn Burundese bedrijf Affimet, in ruil voor 500.000 dollar betaald in termijnen, een licentie te geven op goud uit Oost-Congo. Met Goetz’ vliegtuigmaatschappij Congocom werd het daarna het land uitgevlogen. ‘We onderhielden lijnvluchten en daarnaast hadden we een interline agreement met Sabena, dat de passagiers van Bujumbura en Goma naar Kigali vervoerde’, getuigde Goetz in 2002 in de parlementaire onderzoekscommissie Grote Meren in de Senaat. Aan wapenhandel deed hij naar eigen zeggen niet. ‘Als er militairen mee vlogen, hadden die uiteraard hun wapens bij zich. Maar verder dan dat ging het niet. Wij gingen er trouwens niet mee akkoord dat ze die wapens meenamen, maar we konden daar weinig tegen doen.’

Goetz geeft daarmee toe dat hij de rebellie van vader Kabila tegen Mobutu heeft gesteund, die een aanzet was voor de bloedige oorlog in het oosten van Congo. Ook zonder in wapens te handelen, wist Goetz dat hij een gewapende opstand steunde door met Kabila samen te werken. Die was niet verkozen, noch ingezworen en had dus geen democratisch mandaat om licenties op grondstoffen van de hand te doen.

Dat Goetz’ rol in de politieke aardverschuiving niet onderschat kan worden, blijkt uit een diplomatiek telegram van 2 april 1997 dat De Standaard vond in de database van Wikileaks. Daarin somt de Amerikaanse ambassadeur de leden op van de aantredende regering-Laurent Kabila. Alains vader Tony Goetz staat in de korte lijst: ‘Belgisch staatsburger, financiert Alliantie van Democratische Krachten [van Kabila] door middel van het bedrijf Affimet’, staat er.

 Kristof Vadino

De Standaard zag honderden pagina’s aan mails, brieven en gerechtsdocumenten. In Kampala en Entebbe spraken we met twee voormalige medewerkers van de African Gold Refinery, vijf mensen die Alain Goetz persoonlijk kennen, vier medewerkers van overheidsdiensten, onafhankelijke advocaten, consultants in de goudsector en een belangrijke goudsmokkelaar. We spraken ook met verschillende onderzoekers van ngo’s en universiteiten, die helaas niet allemaal geciteerd konden worden. Journalisten Olivia Kortas uit Duitsland en Haggai Matsiko uit Oeganda hielpen mee aan dit onderzoek.

Alain Goetz en de African Gold Refinery reageerden snel op onze vragen. Hun antwoorden werden zo veel mogelijk verwerkt in het artikel. AGR zegt dat het niet handelt in conflictgoud (en zegt dat er niet zoiets bestaat als conflictgoud). AGR geeft aan al verdachte leveranciers te hebben geweigerd. ‘Het is onwaar dat AGR en meneer Goetz op de een of andere manier betrokken zijn in de illegale smokkel van goud uit Congo of een ander rechtsgebied. AGR en meneer Goetz zijn niet betrokken in illegale activiteit van om het even welke vorm’, klinkt het bij AGR.

AGR zegt 28,1 ton goud te hebben geëxporteerd sinds 2015, ruim 3 ton minder dan uit de documenten van de Oegandese belastingdienst blijkt. Net zoals de informatie over de herkomst van goud, zijn die cijfers niet in overeenstemming met eerdere reacties en communicatie van AGR.

AGR weigert om de identiteit van leveranciers te delen met De Standaard. De raffinaderij zegt zich wel te engageren ‘om deze gegevens te delen in overeenstemming met het certificatiemechanisme van de International Conference on the Great Lakes Region en de Oeso-richtlijnen en -procedures’.

AGR zegt voldoende mechanismes te hebben ingebouwd om kinderarbeid en mensenrechtenschendingen te vermijden in haar leveringsketen.

Binnenland
Buitenland
Cultuur en media
Biz
Opinies
Sport
Beroemd en Bizar