Direct naar artikelinhoud
nieuwsDSB Bank

10 jaar na het faillissement draait DSB Bank als een tierelier

Rutger Schimmelpenninck (l), Ben Knuppe (m) en directeur Rudy Douma (r). Op de achtergrond het voormalige hoofdkantoor van DSB Bank.Beeld Raymond Rutting / de Volkskrant

DSB Bank leeft en woont in Wognum. Tien jaar na het faillissement innen de curatoren nog maandelijks rente en aflossing bij klanten, die vanwege hun financiële situatie vaak moeilijk wegkomen.

en

Tien jaar na het faillissement van DSB Bank ontfermen bankmedewerkers in een kantoorgebouw in Wognum zich nog iedere werkdag over de klanten van Dirk Scheringa. De financiële instelling verdween nooit helemaal uit zijn West-Friese thuisbasis. De puinruimers die nog dagelijks over het DSB-verleden vergaderen, verhuisden slechts naar een pand een paar honderd meter verderop. Vanuit het raam kijken ze uit op de scheeflopende wanden en het terracottarood van het oude hoofdkantoor.

DSB Bank leeft. De bank die in 2009 failliet ging neemt geen nieuwe klanten aan, maar verdient in 2019 nog altijd aan de kredieten en hypotheken die Dirk Scheringa ooit afsloot. Onder leiding van curatoren Rutger Schimmelpenninck en Ben Knüppe zorgen vierentwintig werknemers ervoor dat 40 duizend leners iedere maand netjes rente en in sommige gevallen aflossing betalen. In 2009 had DSB 110 duizend leners.

Tien jaar geleden ging DSB Bank failliet. In drie afleveringen gaat de Volkskrant op zoek naar de erfenis van Dirk Scheringa. Dit is deel 3: de succesvolle bank. 

De bank draait als een tierelier. De laatste vijf jaar maakt Finqus, zoals de huidige handelsnaam luidt, jaarlijks meer dan 100 miljoen euro winst. Dat geld gaat naar schuldeisers die na het faillissement met lege handen bleven staan. De gedupeerde spaarders zijn inmiddels vrijwel volledig afbetaald. Ook banken met een vordering krijgen hun geld te zijner tijd overgemaakt. Mogelijk zien ze zelfs een deel van de in tien jaar tijd misgelopen rente terug.

Geen maatpak

De fraaie rapportcijfers zijn voor Scheringa weleens reden om verontwaardigd uit te roepen dat het faillissement van zijn bank onnodig was. Dat klopt niet. Finqus maakt zijn winsten doordat de rekenmeesters kunnen beschikken over gratis geld. De curatoren hebben geen verplichting om hun kapitaalverstrekkers rente te betalen, terwijl de leners wél rente kwijt zijn. Daarnaast is Finqus geen cent kwijt aan klantenwerving en marketing. Finqus is een uitgeklede versie van een bank, als een bankier zonder maatpak, maar met portefeuille.

Dat beeld wordt nog versterkt doordat Finqus het meeste van het praktische bankwerk uitbesteedt. Voor klantcontact huren directeuren Jeroen de Geus en Rudy Douma een bedrijf uit Capelle aan den IJssel in. Ict’ers zitten in Hilversum, betalingsachterstanden regelt men in Amersfoort. Incassobureau Vesting Finance houdt zich bezig met restschulden.

In Wognum houdt men slechts toezicht, met steeds minder man. Finqus maakt op de tweede etage van het anonieme kantoorpand een terugtrekkende beweging. ‘Als mensen ergens anders een baan kunnen krijgen, nemen ze die ook. Dat moedigen wij aan’, zegt Douma. Tegelijkertijd moet hij moeite doen om niet te veel personeel te laten vertrekken. De benodigde kennis moet wel binnen de muren aanwezig blijven.

Gouden zakenmodel

Vooralsnog lijkt dat Douma prima te lukken. Het uitbaten van een failliete bank is een gouden zakenmodel, zo blijkt in Wognum. Niet alleen beschikt de bank over gratis geld, de rentes zijn ook nog eens hoog, leert een kijkje op vergelijkingssites. Voor vrijwel alle vormen en looptijden rekent Finqus hogere rentes dan actieve hypotheekverstrekkers als ING en ABN AMRO.

Curator Ben Knüppe wijt de hoge hypotheekrentes aan ‘venstertarieven’ bij de concurrentie: ze willen klanten binnenhalen, dus zetten ze de laagst mogelijke rentepercentages op de site. Hij wijst erop dat BNP Paribas, dat net als Finqus geen nieuwe klanten werft, nog iets hogere rentes rekent dan Finqus.

Directeur Douma: ‘Rentes vergelijken met andere banken is moeilijk, doordat er allerlei bijzondere voorwaarden zijn.’ ING en ABN AMRO hanteren bijvoorbeeld een lager rentetarief voor klanten die bij hen een betaalrekening hebben. Tegelijkertijd biedt Finqus zijn klanten met een hypotheek de kans na tien jaar betalen boetevrij over te stappen. ‘Als gevolg is onze rente wat hoger’, zegt Douma.

Finqus verdient niet alleen mooie rendementen op hypotheken, ook de kredieten zonder huis als onderpand doen het goed. Neem Hans van der Zwaal. Voor een nieuwe auto leende de Rotterdammer in 1996 30 duizend gulden bij een van de bedrijven van Dirk Scheringa. De groene Daihatsu heeft Van der Zwaal al lang niet meer, aan de rente die opliep tot 8,8 procent zit hij nog steeds vast. De openstaande post van 15 duizend euro is voor hem geen acuut probleem, omdat hij bij de Belastingdienst een goede baan heeft. Zijn lening oversluiten lukt hem vooralsnog niet. Van der Zwaal vormt voor Finqus de ideale klant. ‘Ze hebben me volledig in de tang’, zegt hij.

Geen alternatief

Dat Finqus hoge rentes kan vragen, komt doordat klanten moeilijk wegkomen. Banken en verzekeraars zijn niet happig op het overnemen van hypotheken onder water. Patrick Elands probeerde het. Hij is eigenaar van een huis in Duiven met een te grote hypotheek. Maar ondanks een goede baan durft de Rabobank het niet aan. ‘Het onderpand staat niet in verhouding tot de hypotheek’, verklaart hij de motivatie van de bank.

Financieel adviseur Jelle Hendrickx bevestigt dat beeld. Hij heeft veel ervaring in het treffen van regelingen voor DSB-klanten. ‘Recent hadden we een geval van een gezin in Aalst. Oversluiten lukt niet. Je probeert dan maar wat verzekeringen af te kopen. Dan duurt het drie maanden om een antwoord te krijgen dat je normaal binnen een paar dagen hebt.’ Finqus levert geen service, omdat ze dat niet hoeven, zegt Hendrickx. De klanten hebben toch geen alternatief.

Curator Schimmelpenninck ontkent dat klanten van Finqus moeilijker overstappen dan klanten van andere banken. Wel erkent hij dat een ‘restpost’ klem zit. ‘Zoals bij elke bank.’ Directeuren Douma en De Geus herkennen het beeld van trage communicatie niet. Telefoontjes worden snel beantwoord, de lijst met ingediende klachten dikt in, zeggen ze.

Hoeveel van hun hypotheken onder water staan wil Finqus uit strategische overwegingen niet zeggen.

Schuldenberg

Ergens is het logisch dat de curatoren proberen een zo groot mogelijk deel van het uitgeleende geld terug te krijgen, en waar mogelijk de contracten uit het tijdperk Scheringa respecteren. Dat is hun werk. ‘Als curatoren zitten we hier primair voor de schuldeisers, om er voor hen zoveel mogelijk uit te halen’, licht Schimmelpenninck zijn rol toe.

Binnen hun takenpakket proberen Schimmelpenninck en Knüppe wel degelijk rekening te houden met de precaire financiële situatie van sommige leners, zeggen de twee curatoren. Er zijn ‘behandelprogramma’s’ om klanten te helpen en er was een compensatieregeling om DSB-leed te vergoeden.

Die poging tot redelijkheid blijkt ook uit de betalingsregelingen die de Volkskrant inziet: leners zitten weliswaar met schuldenbergen waar ze nooit vanaf zullen komen, maar als er niet meer inzit neemt Finqus genoegen met kleine maandelijkse sommetjes. De strategie lijkt te zijn: beter iets dan niets.

Tegelijkertijd blijkt uit gesprekken van de Volkskrant met tientallen leners dat een groot deel van de leners geen weet heeft van het bestaan van hulpprogramma’s. De uitgekeerde compensatie stelt in bijna alle gevallen weinig voor in verhouding tot hun financiële problemen.

Deels zal dat aan de leners zelf liggen. Ze zijn lang niet allemaal financieel capabel, terwijl de curatoren van ze verwachten dat ze voor zichzelf opkomen. ‘Iets van zelfwerkzaamheid was onderdeel van de compensatieregeling. We kunnen niet spontaan geld overmaken of kwijtschelden’, zegt Knüppe.

Incassocowboys

Grote vraag is hoe het de DSB-leners verder zal vergaan. Haast om van hen af te komen hebben de curatoren niet. Verkoop van de schuldenportefeuille was direct na het faillissement geen optie, omdat de crisis stevig huishield, en door de vele lopende juridische procedures tegen de bank.

Inmiddels bloeit de economie en is de juridische storm bij Finqus gaan liggen. In de faillissementsverslagen schrijven de curatoren al jaren dat verkoop niet voor 2020 zal plaatsvinden. Is dit het moment? Het proces is nog niet gestart, zegt Knüppe. ‘Maar we gaan dit niet nog twintig jaar in de lucht houden.’

Wie neemt de DSB-dossiers straks over? Agressief opererende incassobureaus zullen vermoedelijk het meest enthousiast zullen zijn over de schuldportefeuille vol kwetsbare klanten. Afgelopen week nog uitten verschillende politieke partijen hun zorgen nog over dergelijke incassocowboys. Het zijn loze zorgen, zeggen de curatoren. Alleen ‘een prudente partij met de benodigde vergunningen’ maakt kans. Met de erfenis van Dirk Scheringa zal nu eens goed worden omgegaan.

De erfenis van DSB Bank

Mensen met leningen van DSB Bank hebben nog altijd last van Dirk Scheringa's nalatenschap, zo bleek uit aflevering 1 van deze serie. Tien jaar na het faillissement verkeert een deel van hen in forse financiële problemen.

In deel werd duidelijk dat de regio West-Friesland zich na het faillissement van DSB verrassend snel heeft opgericht, maar de gedachte aan ‘Dirk’ leeft voort. Meest zichtbare restant van zijn gevallen imperium is het nooit afgebouwde Scheringa Museum voor Realisme in Opmeer.

Tien jaar geleden op deze dag

Op vrijdag 23 oktober maken de werknemers van het UWV in Alkmaar zich op voor een weekend op de zaak. Ze doen hun best tijdig een oplossing te vinden voor de ontslagen DSB-werknemers. 700 DSB’ers kunnen in eerste instantie blijven werken bij de bank in faillissement, waaruit uiteindelijk Finqus ontstaat met momenteel 24 werknemers.

Rutger Schimmelpenninck voltooit die vrijdag zijn eerste werkweek als curator van DSB Bank in faillissement. Op dat moment heeft hij Joost Kuiper aan zijn zijde. Ben Knüppe neemt diens plaats in 2010 in.

Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van de Regeling Onderzoeksjournalistiek van het Fonds BJP (fondsbjp.nl) en het Stimuleringsfonds van de Volkskrant.